Maandverslag 1
Pinar Yoldas.
Periode: 3 februari tot en met 13 februari
Mijn Leerdoelen
Meer zeker zijn over mezelf en mijn gedrag.
Bewust zijn van mijn omgeving, (observeren) zodat ik wel alles mee krijg wat er om me heen gebeurt.
Cliƫnten begeleiden bij ontwikkeling
Activiteiten kunnen organiseren.
Situaties bespreekbaar maken met leidsters
Kunnen zien wat er achter het gedrag van een kind ligt, waarom en hoe hij/zij zich zo gedraagt op de manier hij/zij zich gedraagt.
Kunnen meepraten in gesprekken tussen leidsters en andere stagiaires
Een observatieplan kan opstellen.
(non) verbale signalen kunnen benoemen.
Belangrijkste wat ik al op het kennismakingsgesprek heb geleerd is dat wanneer een kind of peuter valt dat je hem/haar niet optilt, je wacht en kijk hoe het kind zelf opstaat en of hij/zij kan opstaan. Zodat je kan denken of er kneuzingen zijn of niet.
Op de peuterspeelzaal als stagiaire werken is ook nieuw voor mij. Dat heb ik niet eerder gedaan. Vorig jaar heb ik op het Zuiderspeeltuin als vrijwilliger gewerkt. Peuterspeelzaal is meer professioneel en gedisciplineerd.
2 concrete situaties waaruit blijkt hoe het contact verlopen is
Situatie 1
Bij de peuterspeelzaal zijn 2 leidsters afwezig in verband met ziekte. Daarom komt er soms wel is inval leidster van een andere peuterspeelzaal ( nijntje). Janet een van mijn begeleiders die werkt daar ook op bepaalde dag delen. Toen ik hoorde dat er een andere leidster zou invallen voor 1 van mijn leidsters was ik wel zenuwachtig. Omdat ik ook niet wist hoe zij bijvoorbeeld er tegen aan kijkt. Nadat ze is gekomen hebben we kennisgemaakt, zij was ook open en lief. Wat erg meeviel en ik me wel weer op me gemak voelde. Het liep goed voor de rest van de middag. Ik kreeg nog een compliment van haar dat ik het wel goed deed. Wat me erg blij maakte. Maar van mezelf weet ik ook dat ik nog heel veel moet leren. Maar dat ik begin stapjes goed doe, doet mijn zelfvertrouwen wel goed.
Situatie 2.
Zoals op een normale dag in de middag op de peuterspeelzaal, zat ik zoals gewoonlijk bij een peuter om te kijken hoe hij de puzzelstukjes in elkaar zette, en begeleidde hem ook wel door tipjes te geven, zoals; het puzzelstukje wat je gelegd hebt is oranje en daar onder moet er ook een oranje kleurige puzzel stukje bij. Toen kwam er een andere peuter naar mij toe en vroeg of ik mee wilde komen naar het verkleedhok waar ook de keuken is. Ik gaf aan dat ik nog even bezig was hier aan de tafel en dat ik er zo aan zou komen. Nadat het puzzelstukje is afgemaakt. Kwam ze weer naar me toe om te vragen of ik al kwam, ik liep met haar mee en ging op een stoeltje zitten, vroeg wat ze te eten ging maken en of ik wat lekkers kreeg. Ze ging voor mij zitten met een poppetje in de hand, ik nam aan dat ze niks ging maken maar alleen wou dat ik er ook bij zat. Gelukkig waren er andere peuters, die wel aan het koken waren. We hadden allemaal wat lekkers gegeten. Daarna vroeg ik of ik wel weg mocht om bij andere peuters te kijken, dat vond ze wel goed.
Nieuwe leerdoelen.
Activiteiten kunnen organiseren.
Situaties bespreekbaar maken met leidsters
Kunnen zien wat er achter het gedrag van een kind zit, waarom en hoe hij/zij zich zo gedraagt op de manier hij/zij zich gedraagt.
Kunnen meepraten in gesprekken tussen leidsters en andere stagiaires
Een observatieplan kan opstellen.
(non) verbale signalen kunnen benoemen.
Elke dag mijn ervaringen opschrijven over de peuterspeelzaal.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten