dinsdag 6 oktober 2009

Kennismakingsgesprek

Kennismaking

A. Afspraak maken voor een kennismakingsbezoek.
- Mijn lerares had me opgebeld en het nummer van De Speeldoos psz doorgegeven zodat ik een afspraak kon maken. Ik heb daarna direct gebeld naar Mieke Tendamme en een afspraak gemaakt voor 9 september om 09:30.

B. Voorbereiding op de kennismaking.
- De doelgroep;
Peuters tussen de 2 en 4 jaar. Voor peuters om motorisch en taal ontwikkeling te stimuleren.

- De doelstelling;
De peuterspeelzaal stelt zich ten doel een veilige vertrouwde omgeving te creëren voor peuters in de leeftijd van 2 tot 4 jaar, waarbij zij onder deskundige leiding samen kunnen spelen.
De leidsters leggen de nadruk op het spelenderwijs ontwikkelen. We hebben veel aandacht voor taalontwikkeling, het stimuleren van sociale vaardigheden (zoals samen spelen, samen delen) en ze streven naar de zelfstandigheid van peuters. Alifa vindt het belangrijk dat kinderen in de peuterspeelzaal zich veilig en vertrouwd voelen en dat ze er met plezier gebruik van maken.


- Hulpvragen;
Taal, sociale en motorische ontwikkeling te vergroten. Er is een vve groep voor de peuter hij/zij meer aandacht krijgt voor zijn taalontwikkeling of als de peuter achterloopt met verdere ontwikkeling kunnen ouders een aanvraag doen via Livio (consultatie bureau) om de peuter in een vve groep te zetten.
Kinderen uit een taalarm milieu een speciaal programma aangeboden krijgen, waarin extra aandacht aan de taalontwikkeling wordt besteed. Het thuisfront wordt ook betrokken bij deze eerste fase van de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Kinderen die binnen de kinderopvang een VVE traject doorlopen worden gewoon geplaatst in de reguliere groepen.
Dit betekent dat VVE gedurende de gehele dag, gedurende de hele week wordt aangeboden. Zo profiteren ook andere kinderen mee van een rijk aanbod aan taalactiviteiten. Daarnaast zullen de VVE kinderen, op gezette momenten, extra aandacht krijgen gericht op taalstimulering. Ouders worden ook bij het programma betrokken. Zo lopen deze kinderen hun taalachterstand snel in en zullen ze het op het basisonderwijs makkelijker hebben.

- Werkzaamheden/taken worden er van je verwacht als gediplomeerde en als stagiaire?
Pedagogisch/professioneel en methodisch omgaan met cliënten, ze begeleiden en leiden waar het nodig is. Observeren, waarom de peuter zich op de manier gedraagt zoals hij/zij zich gedraagt. Waarom ik doe wat ik doe. Zodat het wordt verduidelijkt met de praktijk en theorie. Aan de regels van de peuterspeelzaal houden. Met de peuters samen spelen, aandacht op hun gericht houden. Overzicht houden wat er in het lokaal gebeurt. Wanneer er verkeerd gehandeld wordt door peuters ze erop wijzen en het goede voorbeeld geven.
Een enthousiaste en positieve persoonlijkheid met een groot hart voor kinderen, veel gevoel voor samenwerken in een team en een dienstverlenende houding naar ouders. Je wilt jezelf ontwikkelen en hebt oog voor de ontwikkeling van kinderen en bent hier bewust en actief mee bezig.


- Vragen wat ik nog heb;
1. Als een kind door blijft gaan met rennen en schreeuwen als je de peuter al 10 keer hebt gewaarschuwd, als hij dan nog gaat rondrennen door het lokaal en gaat schreeuwen. Wat moet je dan doen als begeleider?

De peuter wordt uit de groep gehaald en moet op een stoeltje gaan zitten voor een korte tijd. Daarna praat de leidster met de peuter en zet hem/haar weer terug bij het spel waar de peuter mee bezig was.


2. Als er onenigheid is tussen een begeleider en ouder. Hoe reageer je, als het begeleiden niet gaat zoals de ouder het wil.

Door ouder te overtuigen op een rustig manier met gesprekken. Niet toegeven aan de ouder en achter je woord staan.


3. Wordt er aan de ouder aangegeven wanneer het kind vaak onverzorgd wordt afgezet op de kinderopvang?

Nee, tenzij de peuter wordt gebracht met een vies luier.


4. Zijn er binnen een instelling vergaderingen tussen collega’s? Wanneer maak je tijd voor elkaar als collega’s om het werk situatie te bespreken?

Teamoverleggen, gebeurt om de 6 weken. Binnen de instelling wordt er ook een schooloverleg gehouden, met de leerkracht van groep 1.


5. Conflicten met collega’s, hoe en met wie kun je dat bespreekbaar maken?

Er zijn geen conflicten tussen leidsters als dat wel zou gebeuren kunnen de leidsters bij de coördinator terecht.


Mijn leerdoelen

Mijn dag en energie beter indelen. Niet met teveel dingen bezig zijn. Zodat ik minder vermoeid raak en mijn energie gebruiken waar het nodig is.

Een kind, waar je emotioneel bij betrokken bent, niet voortrekken in de groep. Ieder Niet voortrekken in de groep. Ieder kind als gelijke behandelen en de afstand houden.

Leiding accepteren van ieder gediplomeerde leidster. Mijn plek kennen in een instelling.

Meer structuur en planning brengen op het maken van opdrachten. Bijhouden wat wanneer af moet.

maandag 5 oktober 2009

Activiteitenschema 2

Naam: Pinar Yoldas

Datum: 28-09-2009 Klas:7SP3E

opleiding: SPW3

Activiteit: Vormen kleuren doelgroep: peuters

Voorbereiding 1. Doelgroep: beginsituatie
(aantal – leeftijd – kenmerken)
10 tot 15 peuters- tussen de 2 en 4 jaar oud.
Fijne Motoriek en taal ontwikkeling


2. Doelstelling voor de groep:
(waar heeft het individu/de groep behoefte aan)
De creativiteit wordt bij de kleuter geprikkeld door hem kennis
te laten maken met allerlei verschillende materialen.
De peuter kan zich daarin uitleven. Vooral de fijne motoriek wordt geactiveerd.


3. Doelstelling voor jezelf als begeleider:
(welke houdingsvaardigheden worden van jou gevraagd)
Vertrouwde omgeving te creëren aan de peuters. Erbij zitten. Ze begeleiden. Veiligheid.

4. Tijdsplanning – tijdstip – ruimte (situatietekening)
15 a 30 minuten. In de zaal aan de tafel zittend.


5. Benodigdheden:
Papier waar de vormen opstaan, stempelstiften en kleurpotloden.


Planning
6. Inleiding
Tijdens het vrij spelen, peuters aan tafel roepen en uitleg van de activiteit geven.

7. Uitleg
Wanneer de peuters aan tafel zitten krijgen ze activiteit blaadje waarop een vierkant, driehoek en rondje op staan. 1 daarvan moeten ze stempelen en de andere 2 vormen kleuren. Deze vormen zijn gekozen omdat ze niet te moeilijk zijn voor de peuters om te herkennen, zoals de kleuren (rood, geel, blauw).

8. Variaties
Alle drie de vormen laten kleuren of twee vormen uitprikken en een figuur laten stempelen.

9. Aanwijzingen
Goeie uitleg geven aan de peuters, de vormen en de kleuren opnoemen en laten herhalen door de peuters. Goede planning maken, activiteit van te voren voorbereiden en klaarleggen.

10. Afsluiting v.d. activiteit / terugkoppelingsvragen
Woensdag ochtend en woensdag middag heb ik mijn activiteit gedaan met de peuters. Woensdag ochtend had ik peuters die niet veel vormen en kleuren afwisten. Ik had zelf geen voorbeeld gemaakt, en er waren meer dan 2 peuters aan tafel, daar werd ik zenuwachtig van de andere leidsters zaten ook aan tafel, ik had het gevoel dat ik voor even in de war was.
Gelukkig had ik de middag nog om mijn activiteit met een andere groep te doen, in de pauze heb ik een voorbeeld gemaakt en alleen 2 a 3 peuters aan tafel gezet, wat veel overzichtelijker was voor mij en makkelijker. Met de tweede groep ging het beter af.
De kleuren zijn en de vormen zijn benoemd door de peuters.
De activiteit kon beter voorbereid en uitgevoerd worden.